Op zoek in de archieven, zijn dit voorlopig de oudste (aantoonbare) familieleden die ik teruggevonden heb (zie tabblad 17e & 18e eeuw)
Het is zeer moeilijk om nog verder terug in de tijd te gaan omdat pas in 1563 het Concilie van Trente besliste dat de pastoors op de parochie moesten noteren wie ze doopten, trouwden of begraafden. Het duurde daarna nog een ganse tijd vóóraleer iedere parochieherder zich hieraan hield. Bovendien blonken deze parochieregisters niet uit in nauwkeurgheid, noch in leesbaarheid (handgeschreven teksten in het latijn). Meestal beperkte de priester zich bijvoorbeeld tot "ik heb Petrus Veranneman gedoopt op 16 april" (die sextus decimus aprilis baptizavi Petrum) , gevolgd door zijn naam en handtekening. Voor het jaartal moet je een aantal bladzijden terugbladeren waar ergens 1613 vermeld staat. Een afstamming vind je ook niet terug, dus weet je ook niet als je met de juiste Petrus te maken hebt. In die tijd werden veelal bijbelse namen gebruikt als voornaam en kwamen dus telkens dezelfde terug. Het is niet uitzonderlijk dat je in hetzelfde jaar 3 of 4 maal een doop tegenkomt van ene Petrus Veranneman. Geleidelijk aan verbeterde de kwaliteit van de parochieregisters en werden ook de namen van vader en moeder (doop/begrafenis) of plaats van herkomst (huwelijk) of echtgenote (begrafenis) vermeld zodat het vanaf dan mogelijk wordt om verbanden te leggen en het puzzelstukje in te passen in het grotere geheel van de stamboom. Het opzoeken in de parochieregisters wordt makkelijker gemaakt door het bestaan van tafels. Dit zijn alfabetische tafels (voorbeelden uit de parochieregisters van Roeselare: dopen uit 1720, huwelijken uit 1760 en overlijdens uit 1710) opgemaakt door genealogische zoekers naar analogie van de 10 jaarlijkse tafels van de gemeentearchieven.
Naast de parochieregisters zijn ook de staten van goed een goed hulpmiddel om familierelaties bloot te leggen. De staten van goed zijn officiële documenten opgemaakt door een griffier in opdracht van de voogden bij het overlijden van een erflater als er onder de erfgenamen minderjarigen waren. Ze bestaan uit een zorgvuldige beschrijving van alle roerende en onroerende bezittingen en schulden van de overledene. De staat eindigt met de berekening van ieders aandeel voor houder(es) en wezen (alle ongehuwde minderjarigen (< 25jaar) die één of beide ouders verloren hebben). Wezen werden onder voogdij geplaatst. Er is een voogd van moederskant (materneel) en een voogd van vaderskant (paterneel). De voogden werden gekozen onder de naaste familieleden (grootvader, ooms, oudere broers, kozijns). Het weze duidelijk dat deze informatie nieuwe verbanden kan aantonen. Meerderjarige kinderen die al getrouwd waren staan niet vermeld, overleden kinderen ook niet, opgepast dus voor voorbarige conclusies. Staten van Goed zijn één van de meest geraadpleegde bronnen na de parochieregisters.
Tot slot wil ik er nog op wijzen dat de parochieregisters enkel en alleen nota namen van de dopen, de huwelijken en de begrafenissen. Het gaat hier dus niet over geboorten of overlijdens. Met andere woorden, diegenen die niet langs de kerk passeerden vinden we niet of moeilijk terug. Soms heb je wel eens geluk en zorgt een toevalstreffer voor een link. In het stadsarchief van Roeselare uit 1794 vinden we melding van een tweetal naamgenoten die een paspoort kregen. In dit voorbeeld had ik echter geen geluk, ik kan die (nog)niet terugkoppelen naar "onze" stamboom.
Andere bronnen zijn de volkstellingen (bv Beveren 1786), hierin zijn, huis per huis, alle inwoners boven de zeven jaar opgenomen. Prima materiaal om uw gegevens te controleren.
Het is zeer moeilijk om nog verder terug in de tijd te gaan omdat pas in 1563 het Concilie van Trente besliste dat de pastoors op de parochie moesten noteren wie ze doopten, trouwden of begraafden. Het duurde daarna nog een ganse tijd vóóraleer iedere parochieherder zich hieraan hield. Bovendien blonken deze parochieregisters niet uit in nauwkeurgheid, noch in leesbaarheid (handgeschreven teksten in het latijn). Meestal beperkte de priester zich bijvoorbeeld tot "ik heb Petrus Veranneman gedoopt op 16 april" (die sextus decimus aprilis baptizavi Petrum) , gevolgd door zijn naam en handtekening. Voor het jaartal moet je een aantal bladzijden terugbladeren waar ergens 1613 vermeld staat. Een afstamming vind je ook niet terug, dus weet je ook niet als je met de juiste Petrus te maken hebt. In die tijd werden veelal bijbelse namen gebruikt als voornaam en kwamen dus telkens dezelfde terug. Het is niet uitzonderlijk dat je in hetzelfde jaar 3 of 4 maal een doop tegenkomt van ene Petrus Veranneman. Geleidelijk aan verbeterde de kwaliteit van de parochieregisters en werden ook de namen van vader en moeder (doop/begrafenis) of plaats van herkomst (huwelijk) of echtgenote (begrafenis) vermeld zodat het vanaf dan mogelijk wordt om verbanden te leggen en het puzzelstukje in te passen in het grotere geheel van de stamboom. Het opzoeken in de parochieregisters wordt makkelijker gemaakt door het bestaan van tafels. Dit zijn alfabetische tafels (voorbeelden uit de parochieregisters van Roeselare: dopen uit 1720, huwelijken uit 1760 en overlijdens uit 1710) opgemaakt door genealogische zoekers naar analogie van de 10 jaarlijkse tafels van de gemeentearchieven.
Naast de parochieregisters zijn ook de staten van goed een goed hulpmiddel om familierelaties bloot te leggen. De staten van goed zijn officiële documenten opgemaakt door een griffier in opdracht van de voogden bij het overlijden van een erflater als er onder de erfgenamen minderjarigen waren. Ze bestaan uit een zorgvuldige beschrijving van alle roerende en onroerende bezittingen en schulden van de overledene. De staat eindigt met de berekening van ieders aandeel voor houder(es) en wezen (alle ongehuwde minderjarigen (< 25jaar) die één of beide ouders verloren hebben). Wezen werden onder voogdij geplaatst. Er is een voogd van moederskant (materneel) en een voogd van vaderskant (paterneel). De voogden werden gekozen onder de naaste familieleden (grootvader, ooms, oudere broers, kozijns). Het weze duidelijk dat deze informatie nieuwe verbanden kan aantonen. Meerderjarige kinderen die al getrouwd waren staan niet vermeld, overleden kinderen ook niet, opgepast dus voor voorbarige conclusies. Staten van Goed zijn één van de meest geraadpleegde bronnen na de parochieregisters.
Tot slot wil ik er nog op wijzen dat de parochieregisters enkel en alleen nota namen van de dopen, de huwelijken en de begrafenissen. Het gaat hier dus niet over geboorten of overlijdens. Met andere woorden, diegenen die niet langs de kerk passeerden vinden we niet of moeilijk terug. Soms heb je wel eens geluk en zorgt een toevalstreffer voor een link. In het stadsarchief van Roeselare uit 1794 vinden we melding van een tweetal naamgenoten die een paspoort kregen. In dit voorbeeld had ik echter geen geluk, ik kan die (nog)niet terugkoppelen naar "onze" stamboom.
Andere bronnen zijn de volkstellingen (bv Beveren 1786), hierin zijn, huis per huis, alle inwoners boven de zeven jaar opgenomen. Prima materiaal om uw gegevens te controleren.